Menu

Afwijkende mondgewoonten

Wat verstaan we onder afwijkende mondgewoonten?

Duimzuigen
Bij duimzuigen worden de boventanden tijdens het zuigen door de duim naar voren geduwd. De ondertanden worden naar achteren gedrukt. Als gevolg hiervan ontstaat er een overbeet d.w.z. een vergrote afstand tussen de boven - en ondertanden.

Tongpersen
Indien de tong in rust en tijdens slikken tussen de tanden wordt gehouden wordt het uitgroeien van de tanden belemmerd. Bij dichtbijten komen de onder- en boventanden niet meer met elkaar in contact. Deze afwijking wordt een open beet genoemd.

Open-mondgedrag
Bij deze afwijkende mondgewoonte wordt de mond bijna altijd open gehouden. Vaak wordt er door de mond in plaats van door de neus ademgehaald. De tong ligt gewoonlijk veel lager in de mond en ligt niet zoals normaal tegen het gehemelte aan. Hierdoor ontwikkelen de bovenkaak en de boventandboog zich onvoldoende in de breedte. Het resultaat is dat de bovenkiezen ten opzichte van de onderkiezen te ver naar binnen gaan staan. Deze afwijkende stand van de kiezen wordt een kruisbeet genoemd. Door het continu openhangen van de mond groeit de onderkaak niet naar voren toe, maar omlaag. De ondertanden komen vaak niet meer in contact met de boventanden (open beet). In het algemeen hebben kinderen met open-mondgedrag een lang en smal gezicht.

Indien deze gewoonten veel voorkomen tijdens de groeiperiode, dan veroorzaken die vaak orthodontische afwijkingen. Die afwijkende mondgewoontes worden dan eerst logopedisch behandeld alvorens de orthodontie wordt opgestart. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de orthodontist.

Wanneer is logopedisch advies aangewezen?

  • Indien het kind blijft duimzuigen na de tandenwissel, dan is het voor een goede ontwikkeling van het blijvend gebit erg belangrijk dat het duimzuigen wordt afgeleerd. Daarvoor kan men een beroep doen op een logopedist.
  • Indien ouders of de orthodontist vaststellen dat een kind een foutief slikpatroon hanteert, dan zal dit (meestal in het kader van orthodontie) moeten behandeld worden door een logopedist.
  • Indien ouders merken dat hun kind vaak met de mond open zit, ook al is het kind niet verkouden, dan kan dit wijzen op open-mondgedrag en is het aangewezen een logopedist te raadplegen om een correcte neusademhaling aan te leren.